Havana

Bodeguita del medio

Catedral de San Cristobal

El Capitolio Nacional

Malecón

Plaza de la Revolución

Havana (in het Spaans La Habana) is de hoofdstad van Cuba en telt ruim 2 miljoen inwoners. De naam Havana komt van het inheemse opperhoofd Habaguanex.

Havana werd gesticht toen Cuba een Spaanse kolonie was. Oorspronkelijk lag de stad in het zuidwesten van Cuba, maar na vier jaar werd de stad verplaatst naar het noordwesten omdat de stad op deze plek beter beschermd was. De stad was oorspronkelijk een handelshaven en werd in 1607 de hoofdstad van de kolonie Cuba.

De stad is verschillende keren geplunderd en van eigenaar veranderd: begin 16de eeuw is de stad platgebrand door piraten en in de 18de eeuw veroverde Groot-Brittanië de stad. Ze ruilden haar daarna tegen Florida.

Aan het einde van de negentiende eeuw werd Cuba gesteund door Amerika onafhankelijk van Spanje. Hierna hadden de Amerikanen grote invloed in Cuba: het land was populair bij Amerikaanse toeristen en Amerikaanse bedrijven verdienden er veel geld. Dit bleef zo tot de Cubaanse revolutie van 1959 toen Fidel Castro de door Amerika gesteunde dictator verjoeg. Fidel sloot of nationaliseerde toen de meeste Amerikaanse bedrijven.

Havana is een levendige stad met veel monumenten. De wijken van Havana zijn Habana Vieja, Centro Habana en Vedado. Habana Vieja is de oudste wijk waar veel historische gebouwen staan. In Centro Habana staan gebouwen uit verschillende periodes en Vedado is een wijk met veel politieke gebouwen en grote huizen.

Belangrijke bezienswaardigheden in Havana zijn El Capitolio Nacional (het voormalige zetel van de regering), de Catedral de San Cristobal en de Malecón, de beroemde boulevard van Havana.